De eerste heat verliep voor de Nederlander minder goed dan gehoopt. In de bochtige tweede sector kwam Houben steeds lastig uit de bochten weg, kreeg daardoor niet voldoende snelheid en eindigde op plek dertien. De tweede heat werd op een natte baan verreden en daarin toonde Houben opnieuw zijn talent. Liggend op plek vijf reed Houben het gat naar de top vier dicht, passeerde een tegenstander en legde zo onder de moeilijke omstandigheden beslag op een keurige vierde plaats. Ook de derde kwalificatieheat verliep voortvarend waarbij de Nederlander na een mooie strijd als vijfde de finish passeerde. In de tweede opwarmronde had Houben, toen de rijders voor hem plotseling remden, echter zijn voorligger geraakt, waarop een tijdstaf volgde die hem terugwierp naar plek acht. Deze uitslagen waren goed voor een vijftiende startpositie in de finale waaraan alleen nog de 36 hoogst geklasseerde rijders mee mochten doen.
In de eerste ronde van de finale moest Houben uitwijken en door het gras toen voor hem diverse rijders bij een crash betrokken raakten. Vanaf plek twintig vocht de Nederlander zich keurig terug naar plek negen. Een inhaalpoging om nog verder naar voren te komen mislukte echter waardoor Houben nog iets terugviel, maar uiteindelijk op een keurige elfde plaats de finish passeerde. Daarmee scoorde het Nederlandse karttalent ook nog de nodige punten voor het kampioenschap.
“We zijn dik tevreden. De doelen die we voor ogen hadden, veel leren en iedere wedstrijd een beetje verder naar voren komen, heeft Mees gehaald”, keek Nico Houben terug. “Met slicks op de natte baan was hij heel goed en had alles onder controle. Hij voelde zich het hele weekend goed in de kart en had er ook vertrouwen in, en dat zag je terug in zijn rijden. Voor Mees was het de derde wedstrijd met dit type kart en als je dan het hele weekend in de top meedraait tussen rijders die er dit jaar al twintig wedstrijden op hebben zitten, is dat gewoon heel goed. Het is een heel leerzame ervaring geweest en we zijn dankbaar dat we deze kans hebben gekregen. Mees heeft niet alleen gedurende het seizoen, maar ook in dit laatste weekend per wedstrijd progressie geboekt. Als je dat dan besluit met je beste score en punten voor het kampioenschap, dan mag je tevreden zijn.”
